De tombe van Pennut, ook weer uitgehouwen in een berg
Pennut, de gouverneur van Wawat en rentmeester van de tempel van
Horus in Miam in het district Wawat in Lager Nubie tijdens de regeerperiode
van Ramses de IV (20e dynastie), heeft een goedbewaarde tombe, die ook weer
uitgehakt was in een berg. De tombe heeft een kruisvorm.
Omdat de afbeeldingen van de belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Pennut
op de muren redelijk bewaard zijn gebleven, is ook dit monument gered van de
verdrinkingsdood. Pennut was een edele van belang, hij stond ook in contact
met de goden, afgebeeld in de wandschilderingen.
![]() |
Pennut wordt door zijn bedienden aangekleed
|
Zijn vrouw Thaka was een priesters/zangeres in de lokale tempel
van Horus in Miam. Achterin is een nis uitgehouwen waar 3 onafgemaakte beelden
van goden zijn.
![]() |
![]() |
|
De begrafenis processie van Pennut
|
Het water des levens met lotussen voor
Pennut
|
In de processie zien we dat hij 3 dochters en 4 zonen had, waarvan er 1 priester
was, gezien zijn kaalgeschoren hoofd. Zijn vrouw Thaka gaat voorop.
![]() |
![]() |
|
de heilige boot boven de ingang van het
heilige der heiligen
|
Zou hier eigenlijk de godin met de koeienoren
Hathor moeten komen?
|
De meeste tempels of teruggevonden graven zijn van koningen of koninginnen. Dat maakt de tombe van Pennut zo bijzonder voor archeologen en egyptologen omdat hier meer het leven van de gewone man wordt afgebeeld en de begrafenisrituelen dienaangaande.
![]() |
![]() |
|
linksonder de rouwende dochters die zand
over hun hoofd gooien
|
De Ibisgod Thot opent de mond van Pennut
|
Stukken uit het boek der doden
Helaas zijn veel van de wanden van de tombe door grafrovers in de vorige eeuw beschadigd, de eerste foto's resp. tekeningen uit de jaren 30 lieten zien dat de tombe veel meer en rijke beschilderingen bevatte. Zelfs in de 60er jaren, na de verplaatsing van de monumenten door de internationale samenwerking onder de Unescovlag, is hier nog het een en ander weggehakt en meegenomen. Inmiddels wonen er permanent bewakers permanent op Amada, één bewaakt de noordkant en één de zuidkant vanwaaruit zij een totaal overzicht hebben op de baai en de woestijn om eventuele potentiële rovers tegen te houden. Zij werken in ploegendienst om na een paar weken weer een weekje naar hun familie te gaan. Er wonen geen vrouwen en kinderen op de site. Ook openen zij de tempels voor bezoekers van de cruiseschepen, over land is deze plaats in principe niet te bereiken, er zijn geen echte wegen die er naar toe leiden.
Het onderkomen van de bewakers, bijna onzichtbaar door de naturel kleikleur
Bij vertrek van Nieuw Amada kregen we jonge krokodillen te zien
die ons min of meer in de hand gedrukt werden. Uiteraard wilden de bewakers
een paar pondjes extra hebben. Zowel de vriendin van mijn zoon als ik kregen
zo'n ding om vast te houden en gefotografeerde te worden. Toen ik de mijne omdraaide
om de buik te bekijken werd ik gecorrigeerd, ik geloof dat ze daar niet zo goed
tegen kunnen.
Hun bekjes waren met een touwtje dichtgebonden, ook al zijn ze klein, ze schijnen
toch aardige wonden te kunnen veroorzaken. Ik werd nog ondergepiest door een
van de rakkers. Omdat ik niet weet wat krokodillenpies voor reactie geeft heb
ik een deel van mijn drinkwater gespendeerd om mijn arm schoon te spoelen. Het
zal wel psychisch zijn, maar later kreeg ik de indruk dat het toch wat prikte
of beet.
![]() |
![]() |
|
Gezellie met een krokje
|
en dan ook nog op je hoofd?
|
We hoorden van de gids dat er inmiddels geen krokodillen meer gevangen mogen worden, de straffen schijnen stevig te zijn. Deze jonkies mag dan weer wel, omdat ze als soort van huisdieren gehouden worden...... Zolang ze niet gedood of mishandeld worden en te eten en te drinken krijgen is het ok. De vissers van het Lake Nasser evenwel zijn van mening dat de jacht op krokodillen weer open moet worden gesteld, volgens hen is de populatie veel te groot en vreten ze alle vis uit het meer op zodat er voor hen te weinig overblijft. Dat er af en toe een visser wordt verschalkt door een krok zal ook niet bijdragen aan een positieve houding van de vissers.
Een vissersbotje op het meer
Na de tombe moesten we een eindje lopen langs de rotsachtige wand naar de waterkant alwaar de motorsloep ons opwachtte om ons terug te brengen naar de boot. We konden even afkoelen en opfrissen. De jongelui zijn daarna weer aan en in het zwembad gaan liggen, ik heb mij vermaakt op mijn plekkie bij de hut tot het tijd was om naar de coctailparty te gaan alwaar de staf aan ons voorgesteld zou worden.
Lake Nasser, 5 september 2009